De doos van Anselmus hebben we gekregen na zijn overlijden in 1986, maar is pas echt geopend in 2015, net als zijn dossier, met het verschijnen van het boek van Monfelter en Rüdiger. In de doos, inmiddels een kratje, zaten o.a. zijn gedichten die we gebundeld hebben in Jonge Bloei.
Anselmus schreef veel. Preken, lezingen, studies, aantekeningen, losse gedachten; hij zette het allemaal op papier.
Waar Anselmus al niet over schreef. Soms waren het lange teksten zoals preken en lezingen, soms waren het kattebelletjes, soms een velletje met losse gedachten, enfin…
Ik noem enkele onderwerpen:
ouderschap, ouder worden, familieleven, jaloezie, arbeid, isolement, politiek, liefdadigheid, reflectie en meditatie, leven en dood, vrijheid, vrouw zijn, vriendschap, humor, kortom hij wist overal van, hij studeerde op alle mogelijke onderwerpen, hij had overal een mening over.
Hij schreef ook gedichten in het Duits en het Italiaans. Hij had een echte talenknobbel. Sprak en las 7 talen: Nederlands, Frans, Duits, Italiaans, Latijn, Grieks, Engels.
Enkele voorbeelden van teksten:
De teksten uit de doos zijn nog niet allemaal goed gelezen. Dat gaat wel gebeuren en deze pagina ga ik gebruiken voor bijzondere teksten.
Liefde voor de vijand
We hebben ons vaker afgevraagd hoe Anselmus ondanks zijn nazi-ervaringen eind jaren ’50 naar Duitsland is kunnen gaan om daar pastoraal werk te doen. Eerst in Dortmund in het onderwijs en later als pastoor in Werl-Sönnern.
Een mogelijk antwoord daarop vonden we in deze ‘doos’.
Er zitten verschillende teksten in over vergeving en vergiffenis. Zeer herkenbaar uit onze katholieke opvoeding. De meest treffende tekst staat op dit kaartje:
Liefde voor de vijand. Dat wij onze vijanden moeten liefhebben gaat het begrip van veel mensen te boven.
Toch is dit juist de toetssteen van echte Christelijke moraal. Alleen de liefde voor de vijand kan alle boosheid van de wereld uitwissen.
Anselmus ontmoette in Rome professor doctor Kees Kwant
Kees Kwant, Augustijn, vrijdenker, atheïst.
In maart 1985 schreef Anselmus een brief aan zijn zus, mijn moeder, Lieske. Zij had Anselmus een aantal krantenknipsels gestuurd en een daarvan ging over Kees Kwant. Deze filosoof, Augustijn, geboren in 1918, had Anselmus ontmoet in Rome toen hij daar van 1937 tot 1945 leefde.
In zijn brief schreef hij het volgende: Lees verder