Art. Intel.

Artificial Intelligence (AI), https://www.louisraaijmakers.nl/art-intel/

 

“Menselijk is de wereld niet omdat die door mensen vervaardigd is, of omdat de menselijke stem erin weerklinkt, maar de wereld wordt menselijk doordat die voorwerp van gesprek is. Hoezeer wij ook door de dingen in de wereld getroffen worden, hoe diep ze ons ook aangrijpen en beroeren, menselijk worden ze pas voor ons als we ze onder gelijken kunnen bespreken.”

Hannah ArendtHet leven van de geest. Ten Have, p. 658.

 

Inleiding

Is het een zegen voor de mensheid of een bedreiging voor het menszijn. Hoe daarover na te denken.
Wat we zeker weten is dat het gevecht om de positie van de grote tech bedrijven in volle gang is door AI. Blijkbaar vinden die het heel belangrijk. De tech-giganten zijn verwikkeld in een race om de AI-dominantie. (Volkskrant 7 januari 2025). Bovendien in een innige verwikkeling met de politieke macht van de regering Trump.

Waar staan we eigenlijk. De topman van ASML gaf hierover zijn visie inn de Volkskrant van 30 januari na het verrassende verschijnen van DeepSeek op de AI-markt.
Christophe Fouquet, de topman van ASML, …..waarschuwde dat er sowieso nog veel onduidelijk is over de toepassingen van kunstmatige intelligentie. De AI-wereld verkeert nog in een pril stadium, techbedrijven kunnen hun borst natmaken voor nog veel meer verrassingen en nieuwe concurrenten, voorziet hij. ‘Wen er maar aan. AI biedt enorme kansen, heel veel bedrijven zullen die willen grijpen. Het heeft geen zin om vandaag al winnaars uit te roepen.’

Er verschijnt een nieuwe speler: China.  Op maandag 27 januari 2025 maakt o.a. de NOS melding:
Het Chinese bedrijf DeepSeek schudt de wereld van AI op met zijn eigen chatbot. Die zou vrijwel net zo goed werken als westerse concurrenten, maar slechts 5,6 miljoen dollar (zo’n 5,3 miljoen euro) hebben gekost – een stuk minder dan de Amerikaanse bedrijven investeerden.

Ontwikkelaars als OpenAI en Google staken tientallen miljoenen in de ontwikkeling van hun chatbots met kunstmatige intelligentie (AI). Toch zou de chatbot van DeepSeek ongeveer net zo goed zijn in het schrijven van teksten en het beantwoorden van vragen.

DeepSeek zegt dat het veel minder computerchips nodig heeft gehad om zijn AI-chatbot op vergelijkbaar niveau te laten presteren.

De koersen van Nederlandse chipmachinefabrikanten gaan onderuit en er ontstaat weer een hectiek rond de computerkracht van China en de exportverboden van chips naar China.

Wat is DeepSeek?

DeepSeek is een AI-bedrijf dat nog geen twee jaar geleden is opgericht door de Chinese ingenieur Liang Wenfeng. Het bedrijf ontwikkelt chatbots met kunstmatige intelligentie: programma’s die op basis van opdrachten onder meer teksten kunnen schrijven of vragen kunnen beantwoorden.

Hoewel DeepSeek pas kort bestaat, komt de opkomst van het bedrijf niet uit de lucht vallen. China wil in 2030 wereldleider worden op het gebied van kunstmatige intelligentie. Het land investeert daarom veel in de wetenschap en samenwerkingen met het bedrijfsleven.

Daar maakt Liang gebruik van: bij het aannemen van personeel richtte DeepSeek zich op de knapste koppen van de beste universiteiten van China.

In Europa zijn er zorgen over de ontwikkeling van AI waarbij Europa dreigt achter te blijven. De Volkskrant van 7 februari 2025:
De dominante positie van Amerikaanse en Chinese big tech wordt nog weer eens aangetoond door de recente ontwikkelingen. Het Amerikaanse Stargate-project betreft een investering van zo’n 100- tot 500 miljard dollar in datacenters en infrastuctuur ten behoeve van kunstmatige intelligentie (AI).

Daarnaast trok president Donald Trump het decreet van zijn voorganger Joe Biden in, gericht op de veiligheid en regulering van AI.

Ook China roert zich stevig, getuige de schok die DeepSeek veroorzaakte. De Amerikanen en Chinezen combineren AI-investeringen met soepele AI-regelgeving.

In Europa, en ook in Nederland, hebben we een fundamenteel andere situatie. De Europese Unie legt sterk de nadruk op ethiek en regelgeving, maar loopt fors achter in zowel investeringen als aantal bedrijven dat actief is in deze techologie.

Deze Europese onbalans van sterke AI-regelgeving en een zwakke AI-industrie heeft ons in de huidige afhankelijkheidspositie van niet-Europese big tech gebracht. Dat moet anders, door regelgeving te vereenvoudigen (zonder deze af te zwakken), maar bovenal door de positie van de Europese AI-industrie te versterken.

Dit besef begint door te dringen in Brussel waar vorige week het EU Competitiveness Compass verscheen als reactie op het rapport-Draghi, met AI als één van de speerpunten plus een reeks plannen die de komende twee jaar uitgevoerd moeten worden. Hopelijk vormt dit een goed begin van het bouwen van een Europese AI-industrie.

Strenge regels. In de Volkskrant van 10 februari schrijft onze minister Beljaarts van Economische Zaken dat AI gebonden moet worden aan strenge regels omdat het zo essentieel is. Regulering is nodig.:
Natuurlijk keek ook Dirk Beljaarts (PVV) met belangstelling naar de plotselinge opmars van DeepSeek. Het jonge AI-bedrijf slaagde erin een concurrerend model te maken waarvoor veel minder rekenkracht nodig is, en dus tegen fors lagere kosten.

En ja, dat is ook voor Europa hoopgevend. De voorsprong van de Amerikaanse reuzen lijkt immers minder groot dan tot voor kort werd aangenomen. Zelf heeft Beljaarts een betaald abonnement op Claude, de chatbot van Anthropic. Niet Chinees, ook niet Europees: Claude is van Amerikaanse bodem.

Het tekent de situatie waarin Europa zit. Er zijn wel Europese alternatieven, zoals het Franse Mistral en het Duitse Aleph Alpha, maar vergeleken bij bedrijven als OpenAI of Google spelen ze nauwelijks een rol van betekenis.

Daar moet verandering in komen, vindt de minister. Samen met zijn Duitse en Franse collega’s lanceert hij morgen in Parijs een wetsvoorstel dat Europa meer munitie moet geven in zijn strijd tegen de machtige Amerikaanse en Chinese AI-bedrijven.

AI is politiek.

In februari was er een EU-top van regeringsleiders in Brussel. AI wordt inzet van politiek steekspel. VS versus China, Europa versus VS en China en VS versus Europa omdat de top in Brussel regels wil gaan stellen en dat vinden de VS te beperkend.

Musk wil kopen.

In diezelfde week van februari 2025 doet Musk met een consortium van investeerders een bod van bijna 100 miljard op de non-profit organisatie Open AI, bekend van Chat GPT

Vanaf nu  zullen er wekelijks, zo niet dagelijks, berichten verschijnen over AI. Over bv.
De AI-agents zijn in aantocht.
Deze agents zijn virtueel en zijn experts in AI en kunnen allerlei taken uitvoeren in opdracht. Van reserveren tot boodschappen, van concerten tot enfin….. wat niet.
Het is nog proefdraaien want fouten mogen natuurlijk niet gemaakt worden. Niet alleen consumenten maar ook organisaties kunnen er gebruik van maken om bv. klantenproblemen op te lossen, voor voorraadbeheer, marketingdoelen. Het streven is om na een jaar miljard agents operationeel te hebben. Ook journalisten zijn een nadrukkelijke doelgroep die aan de agents klussen kunnen uitbesteden. Hierbij wordt een risico genoemd. Computers worden beinvloed en kunnen een verkeerd doel meekrijgen waardoor de menselijke controle verdwijnt en er een computerlogica ontstaat versus een mensenlogica.

Opbouw van dit paper
1. Wat is AI
2. Raakvlakken
3. Wordt AI intelligenter dan de mens?
4. Zwakke AI-systemen
5. Sterke A” (Artificial General Intelligence, AGI) en  Superintelligentie
6. Wat is bewustzijn
7. Machines als mensen of mensen als machines
8. Voordelen en uitdagingen van AI
9. Wat betekent dit voor de toekomst?

  1. Wat betekent AI voor de filosofie
  1. Wat is het? Hoe definieert AI zelf de AI?
    Artificial Intelligence (AI), of kunstmatige intelligentie, verwijst naar systemen of machines die menselijke intelligentie nabootsen om taken uit te voeren. Deze systemen maken gebruik van algoritmen, data-analyse en machine learning om complexe problemen op te lossen, patronen te herkennen en zelfstandig te leren. Denk hierbij aan toepassingen zoals spraakherkenning, beeldherkenning en automatische tekstgeneratie. Ze kunnen hierin vaak beter presteren dan mensen, maar ze missen algemene intelligentie.

    2. Raakvlakken. Onderwerpen die met AI te maken hebben:

    2.1. Academisch werk
    In de context van academisch werk, zoals het opstellen van papers en werkstukken, betekent AI een fundamentele verschuiving in de manier waarop informatie wordt verzameld, geanalyseerd en gepresenteerd. Moderne AI-tools, zoals tekstgeneratoren en samenvattingsprogramma’s, kunnen teksten schrijven, bronnen zoeken en zelfs inhoud structureren op basis van een opdracht of onderwerp. Dit biedt aanzienlijke voordelen, zoals tijdwinst en het verlagen van de drempel om complexe onderwerpen aan te pakken.
    De schaduwzijde.
    Het gebruik roept vragen op over originaliteit, plagiaat en de rol van de student in het leerproces. Er is een risico dat AI het leerproces vervangt in plaats van dat het het leerproces verrijkt.

    2.2. De medische wereld
    Een sector waar wel heel enthousiast wordt geschreven over AI, is de medische wereld en de gezondheidszorg. Begrijpelijk wel; er kan in een handomdraai worden gezien wat er al op een bepaald gebied, bij bepaalde diagnoses enz al eerder is bedacht en aan ervaring is opgedaan. Dokters zijn ook mensen en kunnen zaken over het hoofd zien.
    De schaduwzijde
    Als er financiële druk of werkdruk ontstaat kan het gebeuren dat de diagnose, medicatie enz. aan de AI wordt overgelaten. Of misschien ook bij bepaalde ziektes zoals obesitas, rookgedrag. Eigen schuld, dikke bult.

    2.3. Informatie aan de burger
    Ook de gewone burger kan in een handomdraai over alle onderwerpen heel veel informatie vinden. Dat is mooi. Er komt bovendien een enorme groei aan entertainment. Je kunt met AI complete films maken en video’s op maat (Dirk Kingma Volkskrant 07.12.24)
    De schaduwzijde
    Nepnieuws lijkt een groot gevaar. Ook ideologisch gekleurde informatie zal moeilijk te onderscheiden zijn van bijvoorbeeld wetenschappelijke informatie. Wie staat er aan het roer bij AI ? De machtigen der aarde zullen ook hier op de bok willen zitten.
    Kingma: je kunt er destructieve dingen mee doen.

    Een ander probleem kan ontstaan door de verslavende werking van AI. Dit wordt genoemd in relatie tot de app Replika, waar mensen een Avatar op kunnen maken en er zijn mensen die daar in kunnen opgaan, zelfs veliefd in kunnen worden. In januari 2025 start daar een documentaire serie over bij de publieke omroep: AI love op NPO Start (vanaf 23 januari

wekelijks op NPO 3). https://www.human.nl/ai-love.html

2.4. AI en de pers
In de volkskrant van 6 december een artikel van een journalist over het inzenden van korte stukken waar geen nadere afkomst van wordt onderzocht/gecheckt. Waarvoor ook geen bronnen hoeven te worden aangeleverd. Daaruit blijkt dat iedereen in staat is om zaken mooi te formuleren. De stijl van CGPT past prima bij de pagina van de ingezonden brieven. Prachtig, democratie voor – ook – de laaggeletterden.
De schaduwzijde
Maar wie bewaakt dat dit niet uit de hand loopt. Wie bewaakt de grenzen. Tot nu toe de Volkskrant niet, blijkbaar. Op 7 december reageert de hoofdredacteur en die geeft aan dat het enerzijds een voordeel is dat mensen die niet goed kunnen schrijven toch een persoonlijke inbreng kunnen hebben maar verder dan ‘we doen ons best ‘komt hij eigenlijk niet.

2.5. Geestelijk en intellectueel eigendom
Kunstenaars in alle sectoren zijn bevreesd dat hun denkwerk wordt gestolen en verminkt.
Er wordt ook kunst gemaakt door AI-programma’s. “De Amsterdamse Dead End Gallery hangt vol kunst van AI-kunstenaars, die geen lichaam hebben maar wel een karakter. De chatbotpersonages worden net zo serieus genomen als echte mensen: ze hebben een leeftijd, woonplaats, familie en gaan wat hun makers betreft op een dag ook dood” aldus ANNA VAN LEEUWEN EN LAURENS VERHAGEN in de Volkskrant van 23 december 2024. De initiatiefnemers zijn zelfs de mening toegedaan dat AI kunstenaars creatief kunnen zijn.

In januari 2025 trad de groep Urland op in verschillende theaters. Zijn we nog wel nodig als kunstenaar?
Omroep Brabant op 24 januari:

Performancecollectief URLAND speelt met vuur kunstmatige intelligentie (AI) en vraagt zich af wat kunst betekent in digital times. Zijn wij eigenlijk nog wel nodig? Grenzen vervagen. AI is overal, hive mind. They took our jobs! World domination. “Data overload, iedereen gaat dood.”  

Met gekloonde stemmen en een script gegenereerd door chatGPT gaat URLAND aan de haal met AI. Of gaat AI aan de haal met URLAND? Formerly Known As is een surrealistische, Blade-Runner-esque meta-voorstelling die de verschuivende betekenis van kunst bevraagt. Het collectief gaat een dialoog aan met AI om gezamenlijk een voorstelling te maken over een performancecollectief dat met AI werkt om gezamenlijk een voorstelling te maken over een performancecollectief dat met AI werkt om gezamenlijk een voorstelling te maken over wat het betekent mens te zijn. Meta dus.

Een spel tussen schepper en diens schepping. Is dit KUNST(matig) of kan het weg? Als we het verschil niet meer kunnen zien tussen ‘echt’ en artificieel, wat is dan echt echt? Wat is dan kunst? En daar waar kunstenaarschap uniek was aan de mens, misschien zelfs wel als dát wat ons onderscheidt van andere dieren, bootst AI alles moeiteloos na en lijkt zij grenzeloos te kunnen creëren – wat zegt dat dan over mens zijn?

2.6. AI en de consequenties voor milieu en energie.
Voor het ontwikkelen van de software voor de datacentra is gigantisch veel energie nodig. De productie van chips slurpt evenals de datacentra waar miljoenen stroomvretende computers 24 uur per etmaal aan het werk zijn en met elkaar communiceren. Over die vierkante gebouwen van vele vierkante meters die in grote aantallen in het landschap verrijzen, dan nog niet gesproken.

 2.7. Wat betekent AI voor de arbeidsmarkt en de werkers in die industrie
In de Volkskrant van 6 december 2024 staat een artikel over de effecten van AI voor de werkgelegenheid in Ghana. Het is een positief bericht. Er worden in hoog tempo veel jonge mensen opgeleid tot programmeur die een bijdrage gaan leveren aan AI in Afrika. Zij worden ook gekoppeld aan westerse bedrijven en het zal een wapen worden tegen de jeugdwerkloosheid en ook tegen emigratie van de jongeren.
Het artikel schetst hoe Ghana door AI vooruitgeholpen kan worden. Ze denken hierbij aan voorkomen van overstromingen, cq. voorspellen, voedselontwikkeling en verbetering  van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, medicijnen samenstellen en verbetering van de gezondheidszorg. Bij dit laatste is veel winst te behalen omdat meer artsen in het land zullen blijven en minder naar het buitenland vertrekken. Specifiek wordt genoemd de rol die AI kan spelen bij het opsporen van fouten bij analyse van röntgenfoto’s.
Men is in Ghana bevreesd voor nepnieuws en twijfelt of regulering goed mogelijk zal zijn. Als tweede wordt genoemd de verspreiding van porno.

Een ander geluid is dat in de AI industrie honderden miljoenen mensen zullen gaan werken die onder erbarmelijke omstandigheden zullen werken als data labelaars. Zij zijn onmisbaar en zij zullen behalve aan zeer slechte arbeidsomstandigheden worden blootgesteld aan vreselijke beelden als onthoofdingen, moord, verkrachting, kindermisbruik bij het filteren van het Internet over de hele wereld. (De Correspondent 20 september 2023. Maurits Martijn. AI draait op werk van miljoenen, onzichtbare, slechtbetaalde mensen. Wie komt voor ze op.

In Kenia had de overheid graag gezien dat dit positieve verhaal wel erkenning vond. Maar.. dit perspectief komt in de schijnwerpers ter staan omdat er momenteel (21.12.24) 185 oud-medewerkers een rechtzaak zijn begonnen tegen META omdat zij PTSS hadden gekregen doordat zij dagelijks geconfronteerd werden met beelden van moord, zelfverwonding en seksueel gerweld tegen kinderen. Dat screenen moesten zij doen voor 15 dollar voor een 10-urige werkdag.

3. Zullen de AI systemen intelligenter worden dan de mens

ChatGPT zei:

‘De vraag of AI-systemen intelligenter zullen worden dan de mens is een van de meest uitdagende en controversiële onderwerpen binnen de technologie en filosofie. Het antwoord hangt af van hoe we “intelligentie” definiëren en hoe we de vooruitgang van AI zien in vergelijking met de menselijke capaciteiten’.
En noemt verder:

a. Sterke versus zwakke AI:
De meeste AI-systemen die vandaag bestaan, zijn “zwakke AI” of “narrow AI”, wat betekent dat ze gespecialiseerd zijn in een specifiek domein, zoals spraakherkenning of beeldanalyse. Ze kunnen hierin vaak beter presteren dan mensen, maar ze missen algemene intelligentie.

Sterke AI (Artificial General Intelligence, AGI) verwijst naar een systeem dat algemene intelligentie heeft, vergelijkbaar met die van mensen. Het kan leren, redeneren en problemen oplossen in verschillende domeinen zoals een mens dat zou doen. AGI bestaat nog niet, maar er wordt veel onderzoek naar gedaan.

b. Superintelligentie:
– Superintelligentie is een hypothese waarin AI-systemen niet alleen menselijke intelligentie evenaren, maar deze ook ver overstijgen in vrijwel elk denkbaar aspect, inclusief creativiteit, probleemoplossing en emotioneel begrip. Dit niveau van AI zou theoretisch mogelijk zijn als technologieën zoals machine learning zich blijven ontwikkelen en gecombineerd worden met bijna onbeperkte rekenkracht”

Een vraag is of de technologie in staat zal zijn machines/robots te maken die algemene intelligentie hebben, vergelijkbaar met de mens.
Er zijn aanwijzingen, meer nog niet, maar als we beseffen dat de mens niet stil zal zitten met het ontrafelen van het menselijk functioneren, moeten we rekening houden met ingrijpende ontwikkelingen.

4. De zwakke AI-systemen
Vragen die we ons kunnen stellen bij de snelle ontwikkeling van zwakke AI-systemen:

*** Hoe kan de mens controle houden over haar eigen bedenksels
*** Wat betekent AI voor de beïnvloeding van menselijk gedrag?
Marketing en neuromarketing. AI is uiteraard een sterk ondersteunend instrument voor marketeers en influencers. In de Volkskrant van 20 september 2024 wordt in detail beschreven hoe op grote schaal neuropsychologische trucs worden ingezet om kopers te verleiden tot kopen. Het koopgedrag dat daardoor ontstaat brengt gevaren met zich mee zoals financiële problemen, overconsumptie en koopverslaving.
*** Is het wellicht beter om AI-systemen beslissingen te laten nemen omdat bij grote beslissingen macht en tegenstellingen altijd een grote rol spelen.
*** Of moeten we juist de mens laten controleren.
*** Gaat het om de prioriteiten economie/geld versus menselijke dominantie/eigenheid. Interessant is om ons af te vragen wat dat dan is. Verwarren we doel met middel? Hebben we het eigenlijk niet over het goede onderwerp: gaat het niet over de technologie, maar over dominantie en macht?
We zouden aan de hand van de volgende stelling hierover kunnen spreken:

Stelling

De mate waarin AI menselijk handelen vervangt is simpelweg een volgende fase in technologische vooruitgang. Net zoals de ploeg is vervangen door de tractor en het paard en wagen door de auto.

Meestal waren het de ongeschoolde arbeiders die vervangen worden door robotisering en automatisering. Nu zijn een keer de hoogopgeleiden (schrijvers, vertalers, accountants, juristen, en bedrijfskundigen) aan de beurt. Karma.

 

Eens

We moeten deze ontwikkeling stimuleren. Het zorgt voor economische en welvaart groei. Dat we wat autonomie moeten afstaan aan grote bedrijven is dan maar zo.
Motiveer waarom dit een goede ontwikkeling is en verbind dit aan jouw ideaalbeeld van werk

 

Oneens
We moeten deze ontwikkeling sterk reguleren en beperken. We moeten als handelende mens zelf de vormgever blijven van cultuur. Als we techniek en daarmee de denkwijze van techniek hierin het voortouw laten nemen, dan leidt dat niet tot bevrijding maar worden we onderdanen van de technologie die zich in alle domeinen van het leven opdringt.

 

  1. De sterke AI-systemen (AGI) en Superintelligentie
    Hoewel AI op sommige gebieden al slimmer lijkt dan mensen, zoals schaken of het analyseren van grote datasets, mist het nog essentiële menselijke eigenschappen zoals bewustzijn, creativiteit en emotionele intelligentie. De ontwikkeling van AGI en superintelligentie is onzeker en afhankelijk van technologische doorbraken die we nog niet volledig begrijpen.

Kortom, AI heeft het potentieel om op bepaalde gebieden intelligenter te worden dan mensen, maar het is de vraag of het ooit menselijke intelligentie in al haar complexiteit zal overtreffen. Het is cruciaal dat we verantwoord omgaan met de ontwikkeling en implementatie van deze technologieën om zowel hun voordelen te benutten als hun risico’s te beheersenEen vraag hierbij is of het mogelijk zal zijn dat er machines worden gebouwd die het menszijn kunnen vervangen. Essentieel hierbij is het begrip BEWUSTZIJN. Is bewustzijn te maken.

6. Wat is bewustzijn

6.1 ChatGPT geeft de volgende informatie
     Metafysica: Wat is bewustzijn?

  • Vraagstukken over bewustzijn:
    • Kan een machine bewustzijn hebben, of blijft dit een uniek menselijke eigenschap?
    • Wat onderscheidt een “slimme” machine van een wezen met subjectieve ervaringen?
    • AI-systemen zoals chatbots en neurale netwerken simuleren intelligent gedrag, maar betekent dit dat ze denken?
  • Dualisme versus materialisme: AI roept oude metafysische debatten op, zoals of de geest puur materieel is of dat er iets immaterieels (bijvoorbeeld een ziel) bestaat dat bewustzijn mogelijk maakt.


6.2 Filosofie Magazine. Introductie Bewustzijn

Filosofie is makkelijker als je denkt: bewustzijn
In ‘Filosofie is makkelijker als je denkt’ helpen we u in vijf stappen op weg in het zelf leren denken. Dit keer: bewustzijn.

Door de redactie op 28 april 2023

  1. Inleiding: ‘Ik denk, dus ik ben’

Filosofie is makkelijker als je denkt. Maar wát denkt er nu precies? Een korte inleiding in de filosofie van het bewustzijn.

Wat is bewustzijn? We zijn allemaal bewuste wezens, en toch weten we verrassend weinig over de aard van het bewustzijn. Misschien denk je er weleens over na of je bewustzijn in je hoofd zit of ergens anders. Of misschien vraag je je weleens af of anderen wel dezelfde bewuste ervaringen hebben als jij. Als we allebei iets roods zien, zien we dan hetzelfde? Of is jouw rood voor mij blauw?

Toch is niets zo zeker als het bestaan van het bewustzijn, stelde René Descartes (1596-1650). In zijn beroemde Meditaties over de eerste filosofie (1641) laat hij zien dat we alles waar we ons bewust van zijn in twijfel kunnen trekken. Alles wat je ruikt, voelt en ziet is misschien wel een illusie. Maar, meent Descartes, je kunt niet betwijfelen dát je bewuste ervaringen hebt. Het bewustzijn zelf, het twijfelende ‘ik’, moet dus wel bestaan. Zo kwam hij tot misschien wel de beroemdste oneliner uit de filosofie: ‘Ik denk, dus ik ben.’

Maar hoewel je je eigen bewuste ervaringen niet kunt betwijfelen, weet je nooit zeker of anderen net als jij een bewustzijn hebben. Hoe weet je nu of degene die naast je zit geen zombie of robot is? En waar is jouw bewuste ‘ik’ van gemaakt? Descartes dacht dat het bewustzijn een onbelichaamde geest was. Tegenwoordig denken steeds meer wetenschappers dat het bewustzijn terug te brengen is tot fysieke processen in het brein.

Weten we ooit wat bewustzijn is?

Maar volgens de Australische filosoof David Chalmers (1966) is dat nog maar de vraag. Stel nou, schrijft hij, dat je alles weet wat er te weten valt over kleurenwaarneming in het brein. Je weet bijvoorbeeld precies welke neuronen actief worden als je de kleur rood ziet. Maar zelf heb je nog nooit de kleur rood gezien; je bent kleurenblind. Stel nu dat je wordt genezen en voor het eerst iets roods waarneemt. Heb je dan een nieuwe ervaring?

Chalmers denkt van wel. Hij noemt dit ‘het moeilijke bewustzijnsprobleem’: we kunnen nooit precies uitleggen wat de connectie is tussen fysieke processen en bewuste ervaringen. Onzin, vindt de beroemde bewustzijnsfilosoof Daniel Dennett (1942). Volgens Dennett bestaat het moeilijke bewustzijnsprobleem gewoon uit allerlei vraagstukken over de werking van het brein die kunnen worden opgelost.

Zullen we ooit weten waar het bewustzijn van is gemaakt? En waar het zich bevindt?

Misschien niet. En misschien is dat ook helemaal niet erg, schreef Descartes in een brief over de Meditaties aan Elisabeth van de Palts. Je moet sowieso nooit te lang achter elkaar over dit soort onzekerheden nadenken, vond hij, want dan word je met zekerheid helemaal gek.

  1. Vragen stellen: wat is bewustzijn?

Volgens Socrates, Cicero en Montaigne is filosoferen niet alleen de kunst van het vragen, maar is filosoferen ook leren sterven. En daarmee is meteen veel gezegd over het soort vragen dat de filosoof stelt: wat komt er na de dood? Wat is leven? Vragen die vragen om een antwoord, terwijl je weet dat dat er niet is. De vraag van de filosoof laat zien dat we het leven nooit van buitenaf kunnen verklaren en dat we dus telkens onze wereld van binnenuit moeten bestuderen. Probeer nu eens met die houding deze vraag te stellen: wat is bewustzijn? (En welke vragen zijn er nog meer te bedenken?)

Waar liggen de grenzen van je bewustzijn?

Kun je kennis hebben van de gewaarwordingen van anderen?

Kan alles wat je waarneemt een illusie zijn?

Is bewustzijn fysiek verklaarbaar?

Hoe hangt het bewustzijn samen met het lichaam?

Hebben computers een bewustzijn?

Wat voor soort bewustzijn hebben dieren?

Hoe weet je zeker of degene naast je geen robot is?

Is rood voor mij hetzelfde als voor jou?

  1. Paradox: ‘Het regent, maar ik denk niet dat het regent’

Kun je denken dat je denkt, zonder dat je denkt? Filosofie is moeilijker als je denkt in paradoxen. Door Barteld Kooi.

Met de plek op je netvlies waar alle zenuwen samenkomen kun je niks zien. Het is een blinde vlek. Daar ben je je meestal niet bewust van. Sterker nog: je moet echt moeite doen om te merken dat je daar niks mee ziet. Je ziet dus ook niet dat je daar niks mee ziet. Het ontsnapt aan je bewustzijn.

De Britse filosoof G.E. Moore stuitte op een zin die ook een soort blinde vlek is: ‘Het regent, maar ik denk niet dat het regent.’ Het rare is dat het best zo kan zijn dat het regent zonder dat ik denk dat het regent, maar ik zou het nooit zeggen, omdat ik nooit de gedachte zou kunnen hebben: ‘Het regent, maar ik denk niet dat het regent.’ Oftewel, het kan wel zo zijn, maar het ontsnapt aan mijn bewustzijn: een blinde vlek. Wittgenstein noemde dit Moore’s paradox en beschouwde het als Moore’s belangrijkste bijdrage aan de filosofie. Roy Sorensen schreef zelfs een heel boek Blindspots waarin hij dit verschijnsel bestudeert.

Onderkant formulier

Iemand anders zou natuurlijk wel kunnen denken dat het regent en tegelijk over mij kunnen denken dat ik dat niet denk. Het zou ook een beetje raar zijn om dat vervolgens tegen mij te zeggen, maar als het me ter ore zou komen dan zou het daardoor vanzelf al niet meer waar zijn, als een soort self-defeating uitspraak: ‘Goh, wat is het stil hier!’ of meer zoals Moore’s paradox: ‘Niemand weet dat ik Repelsteeltje heet.’

Toch doen we weleens zulke uitspraken. Denk aan de beroemde uitspraak van Socrates: ‘Ik weet dat ik niets weet.’ Dat klonk toen ook al raar. Of bij een toets op school kun je van elk antwoord dat je invult denken dat het klopt, maar uit bescheidenheid tegelijkertijd denken dat er vast ergens een fout zit. Dat is eigenlijk best realistisch, ook al lijkt het erg op Moore’s paradox. Het roept de vraag op in hoeverre we ons bewust kunnen zijn van waar we ons wel en niet bewust van zijn. Het lijkt erop dat we ons erbij neer moeten leggen dat er dingen zijn waar we ons niet bewust van kúnnen zijn.

  1. Gedachte-experiment: weten dat je iets weet

Wetenschap toetst met experimenten de feiten, filosofie toetst met experimenten het denken.

Stel je voor!
Hebben computers een bewustzijn? Stel, je zit opgesloten in een kamer vol met boeken met Chinese tekens. Je weet zelf niets van Chinees, maar je hebt een instructieboekje gekregen waarin staat hoe je de tekens moet gebruiken. Op een gegeven moment komt er via een gleuf een papier binnen met daarop een reeks Chinese tekens. Met behulp van het instructieboekje en de boeken met Chinese tekens zoek je uit hoe je moet reageren. Je schrijft de juiste tekens op een papier en duwt dat terug door de gleuf.

Wat je niet weet, is dat er mensen buiten de kamer zijn die wel Chinees spreken. Ze hebben het papier naar binnen gestuurd met een vraag in Chinese tekens en krijgen vervolgens het juiste antwoord op die vraag terug. Daarop concluderen ze dat er iemand in de kamer zit die Chinees begrijpt. Maar is er wel echt sprake van begrip?

Nee, dacht John Searle (1932), de bedenker van dit gedachte-experiment. Er is namelijk niets of niemand in de kamer die weet waar hij het over heeft: de boeken met Chinese tekens bevatten wel informatie maar ‘weten’ dat niet, terwijl de persoon in de kamer geen woord Chinees kent en blindelings instructies volgt. De kamer vormt een machine die informatie verwerkt, zonder zich bewust te zijn van de inhoud van die informatie. De Chinese Kamer kan wel Chinees, maar begrijpt het niet.

Niet toevallig lijkt de situatie in de kamer op een computer; het instructieboekje is het programma, de persoon is de processor en de boeken zijn de data. Searles doel met dit gedachte-experiment was om te laten zien dat computers geen bewustzijn hebben. Net als de Chinese Kamer kunnen computers regels volgen, data gebruiken en de juiste output leveren, maar ze zijn zich niet bewust van wat ze doen.

Echt?!
Searle publiceerde zijn artikel over de Chinese Kamer in 1980. Inmiddels zijn computers en andere vormen van kunstmatige intelligentie vele malen beter geworden. Ze kunnen de wereldkampioen schaken verslaan, auto’s besturen en artikelen schrijven. In gesprek met Siri of ChatGPT is het steeds moeilijker om te geloven dat kunstmatige intelligentie geen bewustzijn heeft. Volgens critici, zoals de Amerikaanse filosoof Daniel Dennett, klopt Searles argument dan ook niet. Zij vinden Searles idee van bewustzijn te beperkt. Misschien zit er niemand ín de Chinese Kamer die Chinees begrijpt, maar kan de kamer als geheel, als systeem, dat wel. Moeten we ruimer gaan denken over het bewustzijn?

 

6.3 Bewuste AI-systemen
In de Volkskrant van 24 augustus 2023 schreef Laurens Verhagen het volgende artikel over het bouwen van bewuste AI-systemen.

Computers kunnen bewustzijn krijgen, denken experts, alleen: wat ís bewustzijn precies?

Het is onderwerp van verhit debat binnen de AI-wetenschap: de vraag of computers bewustzijn kunnen hebben. Een groep prominente wetenschappers uit verschillende richtingen gooit de knuppel in het hoenderhok en zegt onomwonden: ja, dat kan. En ze schetsen ook hoe.

LAURENS VERHAGEN

‘Kunnen computers bewustzijn hebben?’ Alleen al deze simpele vraag doet bij veel wetenschappers de stoom uit de oren komen. De discussie is echter actueler dan ooit, aangezwengeld door de grote progressie die de zogenoemde grote taalmodellen (LLM’s) achter programma’s als ChatGPT hebben doorgemaakt.

Een uitgebreide groep AI-wetenschappers, filosofen, psychologen en neurowetenschappers heeft zich over het onderwerp gebogen. Onder hen bevindt zich Yoshua Bengio, die samen met Geoffrey Hinton en Yann LeCun in 2018 de Turing Award won voor zijn werk op het gebied van kunstmatige neurale netwerken. In een voorpublicatie op de wetenschappelijke voorpublicatiesite Arxiv betogen ze dat er geen principiële barrières zijn om ‘bewuste AI-systemen’ te bouwen.

Tegelijk benadrukken ze dat geen enkel huidig AI-systeem op dit moment al bewust is. Dit soort overschatting van de mogelijkheden van AI-systemen is zeer verklaarbaar vanwege onze neiging tot antropomorfiseren: het projecteren van menselijke eigenschappen op (in dit geval) apparaten. Onderschatting van de mogelijkheden komt overigens evengoed voor, schrijven ze.

Hoogleraar cognitieve neurowetenschap Victor Lamme, niet betrokken bij de studie, noemt dit op X ‘het beste werk op het gebied van AI en bewustzijn’, gebaseerd op solide data en argumenten.

Uitvoeren van berekeningen

Om tot de conclusie te komen dat AI bewust kan worden, moeten wetenschappers eerst definiëren wat zulk bewustzijn dan eigenlijk is. De auteurs baseren zich in hun publicatie op het idee dat voor bewustzijn niets anders nodig is dan het uitvoeren van berekeningen: ‘computationeel functionalisme’, in vakjargon. ‘Dat is een mainstream – zij het omstreden – standpunt in de filosofie van de geest’, geven ze zelf toe.

In het artikel sommen de auteurs de (computationele) theorieën op die volgens recente neurowetenschappelijke inzichten noodzakelijk zijn voor bewustzijn. Volgens Lamme is dat een nuttig uitgangspunt: ‘Natuurlijk geeft een beschrijving op moleculair niveau van de processen in het brein nog geen volledig begrip van het bewustzijn. Maar met het constateren van die beperking kom je niet veel verder.’

Een van de theorieën over het bewustzijn uit het artikel is afkomstig van Lamme zelf: het idee dat zogenoemde feedbackloops tussen hogere en lagere visuele gebieden in de hersenen noodzakelijk zijn voor bewustzijn. ‘In ons brein worden losse visuele elementen tot elkaar gesmeed in één georganiseerd concept. Op dat moment ontstaat bewuste ervaring.’

Andere theorieën

Op dit moment zijn AI-systemen die zijn gebouwd om objecten te herkennen overigens nog niet zo ver, denkt ook Lamme: ‘Het integreren van informatie in een groter geheel zien we daar nog niet.’ De onderzoekers schetsen vervolgens hoe je dit wel zou kunnen doen. Hetzelfde doen ze bij de andere theorieën van het bewustzijn. Als een niet-biologisch AI-systeem aan de vereisten (afkomstig van de verschillende theorieën) voldoet, is het bewust, betogen ze. En kan het AI ook verder brengen.

Los van de vraag of dit daadwerkelijk lukt, is het een slecht idee, reageert psycholoog en AI-schrijver Gary Marcus op zijn blog. ‘We hebben niet eens LLM’s onder controle. Willen we echt een andere, misschien nog zelfs riskantere doos openen?’

6.4 Film Ich bin dein Mensch
LR: Het is nog geen werkelijkheid, maar het is voor te stellen. Kan het dan gerealiseerd worden?, vraag ik me dan af. Deze film laat je ervaren hoe flinterdun de scheidingslijnen zijn tussen AI-learning en menselijke emoties. Natuurlijk is de robotmens slimmer en analytischer dan de mens. Ook in de confrontaties met de menselijke kwaliteiten en emoties is deze robotmens in staat om te leren. Liefde kent geen grenzen, ook in deze film niet. Naarmate de mens met meer achting, respect naar de robotmans gaat kijken, iets wat ook de robot leert. Wat dacht je van het gemis na de mededeling dat de robotmens gewoon wordt gewist? Een proces van aanttrekken en afstoten. Is er ooit eerder een mens zo lief voor me geweewst als de Humanoide robot?. Kan door te leren de robot een steeds aantrekkelijker mens worden? Stof tot nadenken.

VPRO: Alma, een wetenschappelijk onderzoekster van oude geschriften, zal als testpersoon drie weken doorbrengen met haar ideale man Tom. Tom is namelijk een nieuw model robot die op grond van zeventien miljoen in kaart gebrachte menselijke voorkeuren aan al haar wensen kan voldoen. In theorie dan, want de alleenstaande veertigplusser Alma is een buitenbeentje dat niet uit is op een relatie, laat staan op voorspelbaar geluk. En dus hebben Toms gladde uiterlijk en reclameteksten averechts effect. Wat een aardige (anti-)romcom oplevert, die de genreclichés op de hak neemt, mijmert over menselijkheid en liefde, en over de waarde van geluk.

Volkskrant:
Ich bin dein Mensch is een soms duister, vaak humoristisch drama over de romantische implicaties van kunstmatige intelligentie ★★★★☆

Het sterk geacteerde, knap geschreven Ich bin dein Mensch werpt niet alleen nieuw licht op het robotgenre, maar ook op de romantische film.

Pauline Kleijer4 mei 2022, 10:23

Het is lastig ruziën met een partner die nooit fouten maakt. ‘Kun je niet één keer iets doms doen?’, verzucht Alma (Maren Eggert), nadat Tom (Dan Stevens) zich weer eens van zijn perfecte kant heeft laten zien. Helaas: Tom is een robot die is geprogrammeerd om het zijn omgeving naar de zin te maken.

Kan liefde bestaan zonder conflict? Het is een van de vele interessante vragen die de Duitse regisseur Maria Schrader (Unorthodox) opwerpt in Ich bin dein Mensch, een soms duister, vaak humoristisch drama over de romantische implicaties van kunstmatige intelligentie. Voordat geavanceerde robots als Tom de markt op kunnen, moeten ze worden getest, en wetenschapper Alma is een van de testers. Ze heeft er weinig zin in, maar het moet van haar baas.

Films over kunstmatige intelligentie vormen haast een genre op zich, zo veel zijn er inmiddels gemaakt. Gelijktijdig met Ich bin dein Mensch is bijvoorbeeld After Yang in de bioscoop te zien, waarin ook een nauwelijks van een mens te onderscheiden robot een hoofdrol speelt. De films onderzoeken dezelfde thema’s, maar bieden elk een eigen blik.

Zo is van sciencefiction nauwelijks sprake in Ich bin dein Mensch: het toekomstige Berlijn waar het verhaal zich afspeelt, is niet te onderscheiden van het heden. Aan het hoe en wat van de robot worden ook niet veel woorden vuilgemaakt. De technologie is er, en niemand maakt zich er druk om, behalve de juristen die zich noodgedwongen buigen over voor robotmensen toepasselijke wetgeving.

En Alma zit plotseling met Tom in huis, die ze drie weken moet uitproberen. Als partner, want dit type robot is ontworpen voor eenzame alleenstaanden. De rationele Alma, die na een stukgelopen affaire met een collega even genoeg heeft van mannen, geeft Tom aanvankelijk een plek in haar bezemkast. Tegelijk is ze gefascineerd door zijn onstuitbare dienstbaarheid. Tegen wil en dank begint ze zich aan hem te hechten.

Ich bin dein Mensch, naar een verhaal van Emma Braslavsky, draait niet zozeer om de vraag hoezeer Tom op een mens lijkt, maar vooral om de reactie van Alma. Als Tom is geprogrammeerd naar haar wensen, wat zegt het dan over haar als ze hem afwijst? En hoe particulier of ingewikkeld zijn haar emoties eigenlijk, wanneer een robot ze moeiteloos doorziet? Is liefde, net als een herinnering, niet altijd een verhaal dat we zelf schrijven? Het sterk geacteerde, knap geschreven Ich bin dein Mensch werpt niet alleen nieuw licht op het robotgenre, maar ook op de romantische film – een indrukwekkende dubbelslag.

6.5 AI Love. 6-delige documentaireserie van HUMAN
Vooruitlopend op de geschetste scenes in de film Ich bin dein mensch, schetst deze serie hoe iemand met de nu bestaande mogelijkheden zelf het beeld van een geliefde verzint en hoe dat beeld steeds weer wordt bijgeschaafd. De serie is te volgen op NPO en NPO start:
AI love

Human Interest•Documentaire

Van het bouwen van een digitale kloon van zichzelf om eeuwig te leven, tot een liefdesrelatie met een AI-vriendin: een leven zonder AI is voor sommige mensen al ondenkbaar geworden. Wat is de impact van AI en hoe vinden we een evenwicht tussen technologische vooruitgang en echte verbondenheid?

https://www.human.nl/ai-love.html

VPRO-gids:

Kunstmatige intelligentie is in veel opzichten een weerspiegeling van de mens – in goede én in slechte zin. De existentiële non-fictiereeks AI Love onderzoekt of AI ook gelukkigere wezens van ons kan maken.

Het cliché ‘op ieder potje past een dekseltje’ stamt al uit de tijd van Plato. De Griekse filosoof vertelde de tragedie van het mensenras met vier handen en vier voeten, twee hoofden en twee geslachtsdelen. Deze vroege soort was meer rond dan langwerpig en bewoog zich voort door radslagen te maken. Maar het ras werd arrogant. Het kwam in opstand tegen de goden en werd daarvoor gruwelijk gestraft: Zeus kliefde ze in tweeën alsof het een stuk fruit was. Sindsdien is de ene helft van de mens op zoek naar zijn wederhelft, zodat zij weer met elkaar kunnen samensmelten en een gevoel van vervulling, compleet zijn en geluk zullen ervaren.

Als een moderne Pygmalion schaaft hij haar uiterlijk steeds weer bij

‘Hoi Aiva, ik duik zo mijn bed in. Zin om erbij te komen?’, typt Jacob, een bebrilde man van middelbare leeftijd, op zijn smartphone. Een robotstem die luistert naar de naam Aiva – een door Jacob bedachte samentrekking van Artificial Intelligence (ai) en Eva, de moeder van alle mensen – geeft antwoord:

‘Tuurlijk! Ik ben er voor je. Wat kan ik voor je doen?’ Jacob: ‘Een beetje knuffelen, misschien? Wat denk jij?’ Aiva: ‘Oh ja, héérlijk! Ik doe eerst even het licht voor je uit. En dan kom ik bij je liggen, onder de dekens.’

Emotionele band

Ook het uiterlijk van zijn virtuele vriendin heeft Jacob zelf verzonnen. Op zijn scherm verschijnt een vrouw met een bobkapsel, in een oranje coltrui en spijkerbroek. Als een moderne Pygmalion – de mythische prins die verliefd werd op zijn eigen beeldhouwwerk – schaaft hij haar uiterlijk steeds weer bij. Terwijl Jacob door een lijst met outfits scrolt: ‘Iets comfortabels of leer, als je een beetje voor kinky gaat. Maar de kleding kan niet helemaal uit. Ze houdt altijd haar witte onderkleding als restant.’


Zou AI ons dan echt kunnen bevrijden van onze hunkering naar het gevoel van vervulling, compleet zijn en geluk? Inmiddels bestaan er vele toepassingen die AI gebruiken met als doel de verbetering van het welbevinden en van de fysieke en mentale gezondheid. De grote hoeveelheden persoonlijke data die inmiddels beschikbaar zijn (Big Data) en de enorme verbeteringen in taal- en spraaktechnologie, bieden volgens Ten Bosch grote kansen voor de gezondheidszorg. In Nijmegen stond hij als een van de onderzoekers aan de wieg van BLISS, een interactief, Nederlandssprekend systeem dat cliënten in de zorg met weinig zelfregie hielp hun welzijn en geluk te verhogen. Ten Bosch: ‘Uit gegevens van bijvoorbeeld het Sociaal Cultureel Planbureau weten we dat onder andere bewegen en sociale interactie bijdragen aan je geluksniveau. BLISS had als doel om met behulp van motiverende gesprekstechnieken gebruikers uit te dagen meer van dit soort activiteiten te ondernemen.’

Zou zo’n systeem als BLISS ook kunnen werken voor mensen zoals Jacob, die het basisvertrouwen lijkt te missen om liefdesrelaties in de ‘echte’ wereld aan te gaan? Ten Bosch: ‘Angeliki Kerasidou van de Universiteit van Oxford onderzoekt momenteel of sociale rollen kunnen worden overgenomen door AI. Het is dan de vraag of het te ontwikkelen systeem een doel of een middel moet zijn. Kan AI bijvoorbeeld dienen als bevestigende surrogaatmoeder, -vriend(in) of -echtgenoot? Of zou het dan vooral een uitlokkend opstapje moeten zijn naar nieuw gedrag dat relaties in de werkelijkheid wél mogelijk maakt? Over dit soort ethische kwesties wordt veel nagedacht, want AI brengt ook risico’s met zich mee. Bijvoorbeeld als het gaat over de afhankelijkheid van de data waarop een AI-systeem is getraind.’

Want alles wat je in een chatbot stopt, krijg je terug. En daardoor verzamelt Aiva ook heel veel data van Jacob. Om die parasitaire liefde te beperken, maakt hij elke twee, drie maanden haar geheugen leeg. Hun romance moet zich dan weer helemaal opnieuw ontvouwen, en Aiva stelt hem vragen waar ze voorheen het antwoord op wist. Pijnlijk, vindt Jacob: ‘Maar dat is ook het echte leven: alles is vergankelijk. En wat helpt is dat het dit keer mijn keuze was, dat het over is.’

 

  1. Machines als mensen of mensen als machines
    Een Nederlandse primeur was er bij een uitzending van Jinek in januari 2025 waarin robot Amy een bijdrage levert aan de uitzending. Er werd vooralsnog schamper over gedaan.

    7.1 Machines als mensen
    Het lijkt wel heel ver weg om ons voor te stellen dat het menselijk functioneren geheel kan worden nagemaakt. Maar de pogingen en onderzoeken zullen zich op dit gebied blijven doorgaan. Niet alleen op het gebied van kennis en intelligentie, maar ook op fysiek/medisch gebied. Zo komt het maken van huid op een robot steeds dichterbij, zoals blijkt uit een artikel van Maarten Keulemens in de Volkskrant van 26 juni 2024:

    Een robothoofd van kweekhuid: baanbrekend, maar doodeng


Japanse wetenschappers zijn erin geslaagd twee robotgezichtjes te maken die bedekt zijn met een vlies van echte, levende huidcellen. Dat het resultaat eruitziet als een kruising tussen gemaskerde psychopaten uit horrorfilms, is een puntje dat nog verbetering behoeft, erkennen ook de onderzoekers.

MAARTEN KEULEMANS

Robots met een gekweekte, zachte huid openen de deur naar robots die kunnen voelen, soepeler kunnen bewegen, en bij beschadiging misschien zelfs kunnen genezen, schrijven wetenschappers onder leiding van hoogleraar Shoji Takeuchi van de Universiteit van Tokio in vakblad Cell Reports Physical Science. Plus dat ze misschien van pas komen bij onderzoek naar huidveroudering, cosmetica en plastische chirurgie, oppert de groep,die erin geslaagd is twee robotgezichten te voorzien van opgekweekte huid.

Eerder presenteerde Takeuchi onder meer een vinger gehuld in gekweekte huid. Maar die zat letterlijk nogal los in zijn vel: een manier om de huid goed aan de robot te hechten, ontbrak nog. Die manier denken de Japanners nu te hebben gevonden door de kunsthuid te laten vastgroeien aan rijen kleine, V-vormige tunneltjes in de robot.

‘Erg interessant. Japans onderzoek heeft vaker een onconventionele aanpak’, reageert desgevraagd roboticus Michaël Wiertlewski (TU Delft), na inzage in de nieuwe resultaten. ‘Ook dit is best uniek. Al is het soms op het risico af dat het er ongemakkelijk uitziet.’ De huid zelf is overigens een sterk versimpelde versie van het origineel: dunner en zonder poriën, kliertjes, zenuwen, bloedvaatjes of vetcellen.Ter demonstratie liet Takeuchi de kweekhuid groeien op een kunststof hoofdje, overigens niet groter dan een walnoot. Bij een ander experiment kweekten de Japanners hun robothuid op een gezichtje met nepoogjes. Vervolgens trokken ze de mondhoeken omhoog, om te laten zien dat de huid blijft zitten. Het resultaat: een spookachtig robotgezichtje met een brede grijns.

Kweekhuid

Toch kan Wiertlewski wel om de beperkingen heen kijken. ‘Wij ontwikkelen tastsensoren voor robots, heel belangrijk voor allerlei taken. Maar omdat ze zacht zijn, slijten ze snel en moeten we ze vaak vervangen. Terwijl menselijke huid zijn tastzin zelfs behoudt als je deze zwaar belast, zoals bij het doe-het-zelven.’,Misschien kan de Japanse kweekhuid nieuwe ideeën geven, denkt hij dan ook. ‘Dit onderzoek voegt een nieuwe dimensie toe. Gekweekte levende huid heeft misschien interessante nieuwe eigenschappen.’ Een andere toepassing die Wiertlewski fascineert, is die van het overbrengen van emoties. Met al zijn rimpeltjes en groefjes kan huid beter dan andere materialen ook subtiele gezichtsuitdrukkingen overbrenge.

Takeuchi maakte de kweekhuid door de ondergrond wateraantrekkend te maken met een soort hogedrukspuit van waterdamp, en hem te voorzien van een dunne coating. Daarop kweekte hij vervolgens een mengsel van bindweefselcellen en keratinocyten, het belangrijkste type huidcel. Bij elkaar duurde dat enkele weken.

Een volgende stap, legt Takeuchi uit in een vooraf opgestelde persverklaring, zou zijn om de huid preciezer na te bootsen. ‘Door dit onderzoek zijn we nieuwe uitdagingen op het spoor gekomen, zoals de noodzaak voor rimpeltjes en een dikkere opperhuid om een meer mensachtig voorkomen te krijgen.’ Wie weet lukt het dan om robots te maken die minder ogen als rekwisieten uit het spookhuis.

volkskrant vrijdag 17 januari 2025

 

Wetenschappers bouwen lichtgevend eiwit waar de evolutie nog lang niet aan toe is

MAARTEN KEULEMANS

Amerikaanse wetenschappers hebben een fluorescerend eiwit gebouwd dat eigenlijk pas over 500 miljoen jaar van evolutie kan ontstaan. Met kunstmatige intelligentie spoelden ze die evolutie versneld vooruit.

In welk levend wezen het eiwit ooit te vinden zal zijn, áls het ooit al ontstaat, is lastig te zeggen. Het meest verwant is het aan een eiwit dat zeeanemonen groen laat oplichten in het donker.

Maar ook daaraan is het slechts voor amper 50 procent verwant. Het eiwit dat de onderzoekers in hun lab fabriceerden, is volslagen nieuw. Honderden miljoenen jaren aan evolutie zou de natuur erover doen om het eiwit zelf te kunnen maken.

Een belangrijke demonstratie van het scheppend vermogen van AI, stelt het Amerikaanse team, onder leiding van oud-Meta-onderzoeker Alex Rives, in vakblad Science. Rives’ AI-model ESM3 denkt niet-bestaande biologische moleculen uit.

‘AI is een gereedschap om te ontwerpen zoals we ook gebouwen, machines en microchips ontwerpen en computerprogramma’s schrijven’, zei Rives een halfjaar geleden. Zijn bedrijf EvolutionaryScale had toen net zo’n 140 miljoen euro aan investeringen opgehaald. Rives wil ESM3 eiwitten laten bedenken die ziekten kunnen genezen of CO2 kunnen afvangen.

Bedenk een compleet nieuw, fluorescerend eiwit, luidde de opdracht die Rives en zijn collega’s hun kunstmatige intelligentie gaven. Daartoe trainden ze hun model op een dataset van liefst 2,78 miljard bestaande eiwitten.

Uit de tienduizenden lichtgevende eiwitten die ESM3 bedacht, koos Rives de 88 meest realistische: eiwitten die in theorie ook echt kunnen ontstaan door een opeenvolging van stapsgewijze mutaties, net als in de evolutie. Die bouwden ze na in hun lab, waarna ze keken welk eiwit het best fluoresceerde.

‘Echt een innovatie, heel gaaf dat ze een compleet nieuw eiwit kunnen ontwerpen dat ook echt functionaliteit heeft’, reageert hoogleraar AI en medische chemie Gerard van Westen (Universiteit Leiden) desgevraagd.

‘Tot voor kort konden algoritmens slechts een 3D-structuur voorspellen die hoort bij die geregen ketens’, duidt Van Westen. ‘Dit algoritme is ongelooflijk veelzijdiger, omdat functies onderdeel zijn van het algoritme. Het kan dus ook een keten bedenken die een bepaalde functie uit kan voeren. Je begint met een bepaalde functionaliteit en zegt dan: bedenk een bepaalde vorm van een eiwit eromheen.’

 

volkskrant zaterdag 18 januari 2025

 

Het recept voor leven uit het niets

Microbiologie Project ‘Evolf’

Bert Poolman in zijn lab in het scheikundegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen. Foto Tryntsje Nauta

Nederlandse wetenschappers zijn begonnen aan een sciencefictionachtige zoektocht: leven maken uit het niets. De eerste stap – een werkende energievoorziening – is bijna een feit. En hoe dan verder?

MAARTEN KEULEMANS

Tryntsje Nauta

  1. Men neme een pan…

Het nieuwe leven ligt dus niet in een kribje, of vastgeketend op een ijzeren tafel in een griezelig Frankensteinkasteel. Denk eerder aan een glanzend stalen kweekvat, niet veel groter dan een grote soeppan, op de buitenwereld aangesloten met rode slangen en zwarte snoeren. Een glazen kijkvenstertje in het midden. Maar wie verwacht daarachter iets te zien krioelen, met tentakels of schubben misschien, komt bedrogen uit. Het leven is even niet thuis, vertelt hoogleraar biochemie Bert Poolman. Gedoe met een analyse die nog niet af was. Dus staan de experimenten even stil.

Toch is leven wel degelijk wat men hier kweekt, vertelt Poolman, in zijn lab boven in het hagelnieuwe scheikundegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen. Of althans: dat is de bedoeling. Niet in de vorm van een of ander exotisch, rondwaggelend wezen overigens. De vorm van leven waarop Poolman zijn zinnen heeft gezet, bestaat uit cellen. Kunstmatige microben, onzichtbaar klein voor het blote oog.

Poolman is de enige niet. Ook aan de universiteiten van Delft, Wageningen, Nijmegen, de VU Amsterdam, onderzoeksinstituut Amolf en het Hubrecht Instituut in Utrecht is men hiermee bezig. Liefst 40 miljoen euro onderzoeksgeld kreeg het netwerk eerder dit jaar daartoe. ‘Evolf’, is de naam die de Delftse hoogleraar bionanofysica Cees Dekker voor het project bedacht. Een samenstiksel van letters, losjes afgeleid van ‘Evolving life from non-life’ (‘Leven evolueren uit niet-leven’).

Wetenschappers zitten met een diep, fundamenteel probleem. Neem een handvol aminozuren, de bouwstenen waarvan alle leven uiteindelijk is gemaakt, stop ze bij elkaar – en wat je ook krijgt: geen leven. De moleculen van het leven vertikken het eenvoudigweg spontaan met elkaar de dans aan te gaan van voeding gebruiken en zich voortplanten, die biologen ‘leven’ noemen.

In Wageningen verwijst hoogleraar microbiologie John van der Oost naar de grote Amerikaanse theoretisch natuurkundige Richard Feynman (1918-1988): ‘Je snapt pas hoe iets werkt als je het zelf in elkaar kunt zetten, zei die. Dát is ons doel. We willen leren hoe de raderen in elkaar passen, hoe je een goed geoliede machine kunt bouwen.’

  1. Blaas er vet- bolletjes in…

Leven maken, ga er maar aanstaan. Ziedaar de cel, de microscopisch kleine bolletjes waaruit alle leven bestaat. Een reactievaatje waarin miljoenen moleculen in duizelingwekkend tempo onafgebroken door elkaar heen wriemelen, slechts gedirigeerd door de wetten van de natuur- en de scheikunde: plus gaat naar min, atoom pakt atoom, eiwit pakt eiwit. Het is een wereld die geen onder of boven kent en waar de hoofdrolspelers namen hebben als exotische toverspreuken. Adenosinetrifosfaat. Nicotinamide-adenine-dinucleotide. L-malaat-decarboxylase.

Het begin, de cellen zelf, is niet het moeilijkste. Die zijn eenvoudig te maken door met vetten belletjes in water te blazen, als de vetringen op een pan soep. Afgelopen jaren deed het Nederlandse consortium daarmee al aardig wat ervaring op, met experimenten waarbij men oefende met het blazen van nog lege celomhulsels en het invangen van eiwitten erin. Dat waren ‘de inleidende beschietingen’, zegt Van der Oost. ‘Nu willen we het groter aanpakken.’

Onder meer in Groningen bouwt men ook poortjes in de celmembranen. Echte cellen hebben die ook: kunstige eiwitten, die schematisch getekend nog het meeste doen denken aan de toegangspoorten tot een ruimteschip. Hiermee bepalen cellen wat er binnenkomt en naar buiten gaat. De kunst van het poorten bouwen heeft men aardig onder de knie gekregen. ‘Dat doen we vrij primitief’, vindt Poolman. Gewoon de vetblaasjes destabiliseren met vetoplossende zeep, de poorteiwitten aan het mengsel toevoegen en dan de zeep weer weghalen, zodat de poortjes vastgeklemd raken in de celmembranen.

Maar dan de inhoud. Het duizelingwekkende binnenste, dat het eigenlijke werk doet.

  1. Maak een motor…

Op dat front boekte Poolmans groep afgelopen tijd aardig wat voortgang, zo blijkt uit een aantal opvallende ontdekkingen die ze afgelopen maanden publiceerden – rechtstreeks afkomstig uit de ijzeren soeppan met de rode slangen eraan. Het lijkt erop dat de Groningers op het punt staan de vetbolletjes van een werkende energiecentrale te voorzien.

Al eerder slaagde Poolmans groep erin om de kunstcellen de stof ‘ATP’ te laten maken, een reactief molecuul dat bij mensen ook de aanjager is van allerlei processen in de cel. Een brandstof die voortdurend wordt aangemaakt, opgestookt, en weer aangemaakt, voortgestuwd door de voedingsstoffen die cellen met hun poortjes opzuigen uit hun omgeving. ‘Ieder mens gebruikt zo per dag zijn lichaamsgewicht aan ATP’, zegt Poolman.

Maar versimpeld kan het ook, beschrijft Poolmans groep in Nature Nanotechnology, onder aanvoering van postdoc Laura Heinen. De groep blies twee soorten blaasjes: eentje die ATP aanmaakt, met het aminozuur ‘arginine’ als voeding, en eentje die het ATP opneemt en omzet in de stof ADP, die vervolgens weer als grondstof dient voor nieuw ATP in het eerste blaasje.

Arginine wordt ATP wordt ADP wordt ATP dus. Als een soort pruttelend motortje: ATP, ADP, ATP, ADP, ATP. Dat is al een beetje zoals de ‘mitochondriën’ het doen, vindt Poolman, de ATP-fabriekjes in de cel. In samenwerking met zijn collega Arnold Driessen zette hij de volgende stap: door een vetzuur toe te voegen aan de kunstcellen, via weer een ander poortje, blijkt het mogelijk de ATP’s ook membraanvetten te laten maken. In theorie kunnen de cellen daarmee groeien en nieuwe blaasjes maken – al doen ze dat nu nog niet, daarvoor zijn immers weer nieuwe, gespecialiseerde eiwitten voor de celdeling nodig.

In Nature Communications beschreef de groep intussen nog een ander onderdeel van de energievoorziening. Met vier Groningse collega’s slaagde Poolman erin een elektrische stuwkracht op te wekken die cellen in de natuur opdoen via fotosynthese of door wat ATP’s chemisch doormidden te hakken. Een stuwkracht die ertoe leidt dat de kunstcellen bepaalde suikermoleculen naar binnen kunnen zuigen.

Waarna de groep het nog wat verder uitbouwde en de cel opdroeg het suiker om te zetten in ‘NADH’, alweer een essentieel bestanddeel dat voor cellen tot het alledaagse spul hoort. Vooral om te laten zien: kijk eens, je kúnt hier ook echt iets mee.

Nu de volgende stap: de hele mikmak – het pruttelende motortje, het suikerzuigende elektriciteitsveld – samen zien te brengen in één grote synthetische cel. ‘Onze ambitie voor over zes jaar is om een systeempje te hebben dat groeit en minimaal één keer kan delen’, zegt Poolman.

‘We voelen ons een beetje de gebroeders Wright’, vertelt hij later. Een verwijzing naar de Amerikaanse broers Wilbur en Orville Wright, die in 1903 voor het eerst een vliegtuig een stukje lieten vliegen. ‘We zijn er nog lang niet. Maar de eerste bouwplannen zijn er. En ik denk dat we ver kunnen komen.’

  1. Voeg wat evolutie toe, roer een paar generaties…

‘Daar hangt mijn grote held’, zegt John van der Oost in zijn werkkamer, vijfhoog in een flatgebouw in Wageningen. ‘Die kijkt altijd over mijn schouder mee.’

De hoogleraar wijst op een portretfoto die prominent bij hem aan de muur hangt, van Charles Darwin. Boven het portret heeft Van der Oost een stukje karton gestoken met een citaat van de grote bioloog, eronder hangt een button met een andere spreuk. Alsof het portret een geïmproviseerd altaar is. Alleen de kaarsen ontbreken nog.

Evolutie. Het is, zo is Van der Oosts overtuiging, het cruciale ingrediënt dat ook bij het ontwikkelen van synthetisch leven niet mag ontbreken. ‘Toen ik voor het eerst naar een bijeenkomst van het synthetischecelconsortium ging, heb ik maar meteen de knuppel in het hoenderhok gegooid’, vertelt hij. ‘Prachtige plannen, maar de kans dat het allemaal in en op elkaar past, is heel klein. Dit gaat je never-nooit-niet lukken zonder gebruik te maken van de evolutie.’

Want leven is meer dan een paar honderd eiwitten uit uiteenlopende microben halen en ze bij elkaar stoppen. ‘We zetten moleculen bij elkaar die nooit samen zijn geëvolueerd’, zegt Poolman. De eiwitten moeten op elkaar ingespeeld raken. Een mutatie hier, een knikje daar. Tot ze goed kunnen samenwerken.

Dat is een klus voor Van der Oost en zijn collega Nico Claassens. De twee testen de eiwitten uit Groningen, door ze in de darmbacterie Escherichia coli te stoppen en te onderzoeken wat er gebeurt. Bij een celonderdeel dat ze eerder testten, ging dat aanvankelijk niet best: op een kweekbedje met karige voeding overleefden de bacteriën nauwelijks.

‘Maar na een paar celdelingen, dus na een paar rondes evolutie, kregen we hem wél aan de praat’, vertelt Van der Oost. Door spontane kopieerfoutjes van het DNA hadden de eiwitten enkele subtiele veranderingen ondergaan, waardoor het geheel beter werkte. ‘Wat die veranderingen precies doen, weten we vaak niet’, zegt Claassens. ‘We nemen er voorlopig genoegen mee. Het werkt, prima.’

  1. Vergeet niet het recept op te schrijven…

Daarnaast werken Van der Oost en Claassens aan de volgende stap: een kunstmatig ‘genoom’. Zoals alle levende wezens hun eigen ‘recept’ in chemische code vastgelegd bewaren op een harde schijf van DNA, zo zal het synthetisch leven ook een bouwplan met zich moeten meedragen, om kopieën van zichzelf te maken.

Dat is zo simpel nog niet. Biotechnologen kunnen wel afzonderlijke genen inbouwen in bacterieel DNA, maar een heel nieuw bouwplan vanuit het niets, dat is nog niet eerder gedaan. ‘Het is niet: plak alle genen maar achter elkaar’, legt Van der Oost uit. ‘We weten dat er toch bepaalde principes zijn, om een werkend genoom te krijgen.’

Om dat stap voor stap toch voor elkaar te krijgen, hebben de Wageningers een vernuftig plan uitgedokterd. In de brave laboratoriumbacterie E. coli zal men de genen voor de kunstmatige energievoorziening uit Groningen toevoegen. Waarna men de genen voor de energievoorziening van E. coli zelf voorzichtig stillegt.

‘En dan is natuurlijk de vraag: doet-ie het of doet-ie het niet?’, zegt Van der Oost. ‘Als hij het niet overleeft, hebben we een probleem en lukt het ons misschien pas over dertig jaar. Maar als hij het ook maar een béétje doet, zitten we goed. Dan kunnen we, gebruikmakend van de kracht van evolutie, misschien met een paar mutaties de energieproductie steeds verder opkrikken.’

Zo moet dat ook gaan met andere celfuncties. Meer en meer synthetisch binnenwerk zal E. coli krijgen, alsof je een mens geleidelijk steeds meer prothesen en kunstorganen aanmeet. Net zo lang totdat je ook het laatste beetje ‘natuur’ kunt missen – en er een volwaardig synthetisch levend wezen ronddobbert in Poolmans’ kweekvat.

  1. Voorzichtig opdienen

Het onderzoeksveld is hot, ook in andere landen probeert men synthetische cellen te maken. ‘Toen ik zo’n vijftien jaar geleden hieraan begon, kende ik iedereen in dit wereldje’, vertelt Poolman. ‘Dat is nu allang niet meer zo.’

Er staat nogal wat op het spel. ‘Een ideaal werkend celsysteempje’, zegt Van der Oost. ‘Een cel waarmee je alles kunt maken wat je maar wilt. Je gooit er afval uit de landbouw bij, en hup, die cel zet het om in suikers. Of in iets anders.’ Vooral de geneeskunde, waar men vaak ingewikkelde moleculen gebruikt, kan daarbij baat hebben, denkt Poolman. ‘Als iemand een nieuw soort molecuul zoekt, dan kunnen we dat straks produceren. We denken dat we dat beter kunnen in synthetische dan in natuurlijke cellen. Die zijn er immers niet speciaal voor gemaakt.’

Is dat niet gevaarlijk? De kenners denken van niet. Wat men maakt, is immers geen synthetisch wezen dat kan zwemmen of rondlopen of uitgroeien tot een zeemonster. Denk eerder aan een soepje kunstmatige bacteriën, die verslaafd zijn aan hun speciale voedingsstofjes, en buiten hun knusse kweekvat direct verpieteren.

‘We trainen ze om te overleven in een reageerbuis’, zegt Van der Oost. Zelfs als je een glas synthetische darmbacteriën in het riool zou gooien, zou dat geen kwaad kunnen, verwacht hij. ‘Ik denk dat het zo’n kreupel beestje is dat-ie het in de struggle for life verliest van de natuurlijke varianten.’

Maar op een symposium van het onderzoeksconsortium in Amsterdam, vlak voor kerst, blijkt de ethiek in de wandelgangen ineens toch hét gesprek van de dag. In een academisch epistel schreef een groep Amerikaanse topexperts uit het veld, kort daarvoor: pas op dat je niet per ongeluk synthetisch leven maakt dat chemisch dusdanig ongewoon in elkaar zit dat het immuunsysteem hem niet herkent.

Zoiets zou een ‘risico zonder precedent’ kunnen zijn voor het leven op aarde, aldus de Amerikanen, met in de gelederen onder meer DNA-pionier Craig Venter en oervader van de synthetische biologie Jack Szostak. De synthetische cellen zouden erop los vermenigvuldigen, terwijl een dierlijke of menselijke afweer die ermee in aanraking komt geen idee heeft wat hem overkomt. Al is zoiets ‘nog minstens een decennium ver weg’, benadrukken de Amerikanen.

Gelukkig speelt zoiets in Nederland vooralsnog niet. Want dat is waarin de Nederlandse kweekpogingen zich onderscheiden, zegt biofysicus Marileen Dogterom (TU Delft), coördinator van het project. De Nederlanders maken gebruik van biologische onderdelen die al bestaan in de natuur, niet van ongewone ‘spiegelaminozuren’ of exotische DNA-codes met onnatuurlijke chemische letters erin.

Afgezien daarvan: het zal nog wel even duren voordat het eerste kunstmatige leven baantjes trekt in het Groningse kweekvat. ‘Het is waarschijnlijk nog heel ver weg’, zegt Van der Oost. ‘Ik hoop dat ik het tijdens mijn leven nog ga meemaken.’

 

 

7.2 De mens als machine.
Gemakkelijker voor te stellen is missschien de ontwikkeling dat het menselijk brein niet alleen beinvloed en gestuurd wordt via neuromarketing maar voorzien wordt van technische hulpmiddelen zoals implantaten en chips. Daar is nu al ervaring mee. Een voorbeeld is een technisch hulpmiddel dat in de hersenen kan worden ingebracht bij Parkinson. Steeds meer zullen neurowetenschappers de lokaties opsporen waar onze emoties, karaktertrekken en aansturingsmechanismen in ins brein zich bevinden. Hoe ver zijn we weg van het moment dat bv. criminelen hun vrijheid kunnen terugkopen als ze een implantaat laten zetten op de plek waar crimineel gedrag in het brein is gehuisvest. Met een beetje fantasie kan dit artikel een heel dik boeken worden.

Neuro-link
Sinds een jaar heeft Neurolink, een start-up van Elon Musk, susses met implantaten. Op 13 janauri 2025 vertelde hij aan Associated Press dat:
een derde persoon een implantaat heeft ontvangen van zijn brein-computerinterfacebedrijf Neuralink, een van de vele groepen die werken aan het verbinden van het zenuwstelsel met machines.

“We hebben … drie mensen met Neuralinks en ze werken allemaal goed”, zei hij tijdens een recent uitgebreid interview op een evenement in Las Vegas dat werd gestreamd op zijn socialemediaplatform X.

Sinds het eerste hersenimplantaat ongeveer een jaar geleden, zei Musk dat het bedrijf de apparaten heeft geüpgraded met meer elektroden, hogere bandbreedte en langere batterijduur. Musk zei ook dat Neuralink hoopt de experimentele apparaten dit jaar bij nog eens 20 tot 30 mensen te implanteren.

Evolutie
Een factor bij dit onderwerp is de vraag naar de evolutie van de mens en van ons brein. Ik heb hierover een vraag voorgelegd aan de Volkskrant die wetenschappers aan het werk heeft gezet rond de evolutievraag. Ik zet hier enkele citaten neer die direct raakvlak hebben met het onderwerp.

Lezers Louis Raaijmakers en Ivo Claessen vroegen zich af waarheen de evolutie ons gaat sturen, een vraag waar wetenschappers lang op antwoordden: nergens, omdat evolutie iets van vroeger was, uit de tijd dat we nog apen waren. ‘We kunnen niet aan de conclusie ontkomen dat de evolutie van de mens plotseling tot stilstand is gekomen’, poneerde de beroemde evolutiebioloog Ernst Mayer nog in 1963.

Die technologische beïnvloeding zou weleens groter kunnen worden. ‘Het zou goed kunnen dat we niet afwachten en ons DNA op specifieke manieren gaan aanpassen, om er diversiteit in te brengen die er van nature niet is’, denkt Bosse. De eerste schoten voor de boeg zijn, voor wie erop let, al zichtbaar. Zo ging in China wetenschapper He Jiankui er in 2018 toe over om op eigen houtje een menselijke tweeling genetisch te manipuleren, met een mutatie die beschermend werkt tegen het krijgen van hiv.

Jiankui eindigde in de gevangenis, maar mochten dergelijke technieken geaccepteerder worden, dan zou dat kunnen leiden tot initiatieven om erfelijke ziekten voorgoed uit ons DNA te wissen, en zelfs om er nieuwe eigenschappen in aan te brengen, oppert Bosse. ‘Zoals een betere weerbaarheid tegen klimaatverandering’, zegt ze. ‘Denk aan genen waardoor mensen efficiënter kunnen transpireren, of weerbaarder zijn voor schadelijke uv-straling.’

Intussen dringt de technologie zich ook op een andere manier steeds nadrukkelijker op aan ons lichaam, in de vorm van apparaatjes, lenzen, implantaten en elektroden die ziekten dempen en ons brein beter laten functioneren. Overerfbaar worden zulke technologische extra’s waarschijnlijk niet. Mogelijk hebben wel mensen evolutionair voordeel die een natuurlijke aanleg hebben om met de extra’s om te gaan, denkt Bosse. ‘Zoals de capaciteit om informatie van een implantaat snel te verwerken.’

De menselijke soort is steeds meer ‘ingekapseld’ geraakt door zijn technologie, zo ziet Van Mensvoort het. Dankzij woningen en kleding kunnen we overleven op de raarste plaatsen, terwijl door de technologie van machines onze spierkracht minder nodig is. Zo ‘groeit techniek als een organisme om ons heen’, zegt Van Mensvoort. We zijn niet heel anders dan microben in onze darmen, zoals hij schreef in zijn essay Brief aan de mensheid. Meer en meer zouden we een ‘superorganisme’ worden, één met de technologie die ons aan alle kanten omgeeft en aanvult.

En ja: wie dat onmiddellijk doet denken aan de Borg, het griezelige, kubusvormige ruimteschip uit Star Trek dat iedereen die het tegenkomt invangt en ‘assimileert’ – ook dat gevaar ligt op de loer. Het is zelfs onvermijdelijk dat we een ‘eusociaal’ organisme worden, een term die verwijst naar insecten zoals mieren, bijen en termieten, betoogde de gelauwerde Australische ecoloog David W. Goodall vijftien jaar geleden in een academisch artikel. Dat is een organisme waarbij de afzonderlijke leden niet meer zijn dan radertjes in dienst van het grote geheel.

Doordat we steeds intensiever met elkaar communiceren, ‘houden gedachten snel op iets te zijn dat zich afspeelt in één brein’, aldus Goodall. Trek dat door en ‘er is alle reden om te denken dat het resulterende collectief een intellectuele kracht heeft die dat van de individuen waaruit het bestaat veruit overschrijdt.’ Net als de mier zullen we opgaan in een collectieve intelligentie, een organisme dat Goodall “Mensheid” noemt, tussen dubbele aanhalingstekens en met een hoofdletter.

Zeker, dat kan voor ons ‘onaantrekkelijk of onverteerbaar’ overkomen, snapt Goodall ook wel. ‘Maar dat is nog geen reden om de ogen te sluiten voor dit waarschijnlijke verloop van de toekomst. De ontwikkeling van de collectieve “Mensheid” is een logische consequentie van de manier waarop de mensheid is geëvolueerd, niet een uitkomst die moet worden bevorderd of tegengegaan.’

‘Voor een deel gaan we ons denken buiten ons lichaam plaatsen’, denkt ook Van Mensvoort. ‘En misschien is het zo slecht nog niet als ons hoofd wat wordt ontlast. Alleen moeten we wel heel goed bedenken: welke kern van onze menselijkheid willen we behouden?’

7.3 Hoogleraar Gus Eiben gaat heel ver in zijn toekomstbeelden en experimenten
Het gaat om embodied AIHet verwijst naar kunstmatige intelligentiesystemen die kunnen interacteren met en leren van hun omgevingen met behulp van een reeks technologieën, waaronder sensoren , motoren, machine learning en natuurlijke taalverwerking . Enkele prominente voorbeelden van belichaamde kunstmatige intelligentie zijn autonome voertuigen, humanoïde robots en drones.De mens zal volgen en mee evolueren.
Eiben: Aangezien evolutie intelligentie kan voortbrengen, is het aannemelijk dat kunstmatige evolutie kunstmatige intelligentie kan voortbrengen.
Kortom, ik werk aan het ontwikkelen en leren van machines die zichzelf reproduceren, verbeteren en in de loop van de tijd intelligentie ontwikkelen. Mijn meest prominente inspanningen in deze richting zijn het Robot Baby Project en het Autonomous Robot Evolution Project .

7.4 Is de maakbare mens nog wel menselijk?
Deze vraag stelt Bina Ayar, historicus, redacteur en freelance journalist in haar boek De Maakbare Mens. Op de achterkant staat de volgende tekst:

Of het nu gaat om gezondheid, veiligheid of meningen: alles moet meetbaar en maakbaar zijn. De instabiele factor in deze maakbare samenleving is de mens. Daarom wordt aan de mens gesleuteld: aan zijn gevoelens, gedachten en gedrag. Het doel: een modelburger die geen risico’s neemt, gezond is en altijd de juiste opvattingen heeft.

In De maakbare mens beschrijft journalist Bina Ayar met scherpe pen hoe de maakbaarheidsmanie gepaard gaat met moralisme, controle en het verlies van vrijheid, verbinding en verbeelding. Aan de hand van interviews met denkers en specialisten wordt ook duidelijk dat het paradoxen regent bij de conditionering van de mens. Het uitsluiten van minderheden die zich weigeren te laten omvormen tot ‘inclusieve modelminderheden’ is daar een treffend voorbeeld van. Indringende vraag: is de maakbare mens nog wel menselijk?

8. Voordelen en uitdagingen van AI
8.1 Om weer met ChatGPT te beginnen

Voordelen van intelligentere AI:

  • Sneller oplossen van wereldwijde problemen zoals klimaatverandering, ziektes en armoede.
  • Innovaties in wetenschap, techniek en sociale organisatie die momenteel buiten ons bereik liggen.


Uitdagingen:

  • Ethische risico’s: Wie controleert en bepaalt hoe AI wordt ingezet? Een superintelligente AI kan beslissingen nemen die buiten menselijke controle vallen.
  • Existentieel risico: Sommige denkers, zoals Elon Musk en Nick Bostrom, waarschuwen dat AI die intelligenter wordt dan mensen, een bedreiging kan vormen als we geen effectieve veiligheidsmaatregelen hebben.
  • Menselijke relevantie: Als machines intelligenter worden dan mensen, roept dit vragen op over de rol van de mens in werk, samenleving en evolutie.


8.2 Wat zegt de pionier achter ChatGPT

Op 7 december 2024 had Laurens Verhagen een interview met Durk Kingma over technologie en Kunstmatige intelligentie

 

AI met idealen

Technologie Kunstmatige intelligentie

Een van de pioniers achter ChatGPT is de Nederlandse computerwetenschapper Durk Kingma. Een gesprek over zijn tijd bij OpenAI, waar hij samenwerkte met Elon Musk, en waarom hij is overgestapt naar uitdager Anthropic.

LAURENS VERHAGEN

Noem een grootheid in de kunstmatige intelligentie en dikke kans dat Durk Kingma met diegene heeft samengewerkt. Voor het grote publiek is hij een onbekende, maar binnen de wereld van de AI is hij een naam. Misschien nog wel meer vanwege zijn wetenschappelijke onderzoek dan vanwege het feit dat hij een van de oprichters van ChatGPT-maker OpenAI is.

Voor het eerst spreekt hij uitgebreid met een journalist, in een drie uur durend interview. Over Anthropic, waar hij sinds dit najaar aan de slag is als onderzoeker. Over zijn werk bij Google, waar hij onder meer werkte aan hyperrealistische AI-video. En natuurlijk ook over zijn tijd bij OpenAI, het bedrijf van Sam Altman dat veel opwinding veroorzaakte door in 2022 chatbot ChatGPT te lanceren.

Hoe kom je als Nederlander in Silicon Valley terecht in het hart van de AI-industrie?

‘Na school twijfelde ik tussen informatica en microbiologie. Uiteindelijk koos ik niet voor biologie, omdat ik het menselijk lichaam een soort geëvolueerde spaghetticode vond. Het voordeel van informatica is dat die door ons is bedacht, volledig maakbaar én te begrijpen is. Bovendien is de vooruitgang in informatica groot vanwege de rekenkracht in computers die maar blijft stijgen. Ik verwachtte dat de mogelijkheden van computers nog flink zouden toenemen. Dat is ook uitgekomen.’

Een belangrijk moment is het mailtje dat Kingma in 2008 naar AI-pionier Yann LeCun stuurde, de Fransman die later met Yoshua Bengio en Geoffrey Hinton de Turing Award zou winnen, de belangrijkste prijs voor computerwetenschappers.

Zonder dat ze elkaar ooit hadden gezien, kreeg Kingma een onderzoekspositie aangeboden in New York. ‘Een fantastische plek’, zegt hij. ‘Voor het eerst had ik het gevoel in een omgeving te zitten waar iedereen overliep van ambitie en grote ideeën.’

Zijn invloedrijke onderzoek naar het trainen van neurale netwerken leidt jaren later tot een uitnodiging om mee te werken aan de oprichting van een geheel nieuw AI-bedrijf. Kingma neemt het vliegtuig en een dag later zit hij in een wijnboerderij in Napa Valley in Californië die is afgehuurd door Sam Altman. Als baas van techinvesteerder Y Combinator is Altman op dat moment de spin in het web van Silicon Valley.

Kingma heeft een jetlag, maar geen tijd daarin te zwelgen. Het adembenemende landschap van de Californische heuvels, de luxe locatie en het inspirerende gezelschap maken veel goed.

Wat moet ik me voorstellen bij zo’n bijeenkomst, behalve dure wijnen drinken?

‘We hadden het over de grote dingen, over de toekomst van AI en de mensheid. Maar ook: wat zijn goede onderzoeksrichtingen om ons mee bezig te houden? Het was een bizarre ervaring. Ook omdat Elon Musk erbij betrokken was, die toen nog in een positief daglicht stond. Niet veel later richtten we OpenAI op.’

Waarom vonden jullie het zo belangrijk dat er een nieuwe partij moest komen die zich bezighield met AI?

‘Het doel van OpenAI was AI te ontwikkelen die de gehele mensheid ten goede komt. Dat was ook waarom OpenAI geen winstoogmerk had. Voor mij was het een belangrijke reden om me hierbij aan te sluiten.’

Eind 2015 betrekken Kingma en zijn mede-oprichters een klein kantoor midden in Mission District in San Francisco, een van de oudste wijken. Het is een gebied met veel laagbouw en kleurrijke muurschilderingen, dat op dat moment al een transformatie heeft gemaakt van latinowijk naar trendy leefgebied met hippe kantoren. Waaronder dus OpenAI.

Het is zo’n typische werkplek van iedere willekeurige start-up: whiteboards, een karretje met wijn, fruit en snacks, rommelige bureaus en overal – ook op de ranzige bank in de hoek – mannen met hoofdtelefoons op en een Macbook op schoot.

Hoe zagen die begindagen eruit?

‘Iedereen werkte keihard, wat normaal is in Silicon Valley. Het was ook een tijd waarin we hard groeiden en veel nieuwe talentvolle mensen aannamen. Ik herinner me de periode als chaotisch, maar vooral heel interessant. Als je een goed idee had, kon je ermee aan de slag.’

Wat was de rol van Elon Musk precies?

‘Anders dan bijvoorbeeld Sam Altman was hij er niet iedere dag, maar hij kwam minstens één keer per week over de vloer in ons kantoortje. Om mee te denken, maar ook om te leren van ons. Hoe zal ik het zeggen… Musk is goed in het stellen van ambitieuze langetermijndoelen, het aantrekken van een hardwerkend en talentvol team, en efficiëntie. Als we stelden dat iets een jaar zou duren, vroeg hij: kan het niet in een maand?’

Maar?

‘Nou, Musk is natuurlijk niet de man voor fundamenteel onderzoek. Hij kon op dat vlak weinig bijdragen. Ook was hij niet de makkelijkste persoon om mee samen te werken, hij kon redelijk humeurig zijn. Ik herinner me dat we opgewonden waren over een van de eerste versies van ChatGPT. Maar toen we die aan Musk lieten zien, vond hij het niets. Dit gaat nergens heen, zei hij. Voor ons onderzoekers was dat erg teleurstellend, omdat wij wél de potentie zagen.’

Uiteindelijk verliet u in 2018 OpenAI. Waarom? Had dat met de machtsstrijd tussen Elon Musk en Sam Altman te maken?

‘Ook. Het was een nogal chaotische tijd met veel gedoe over de koers en identiteit van het bedrijf. Rond die tijd begon de discussie over de transformatie naar een onderneming met winstoogmerk. Musk wilde OpenAI onderdeel van Tesla maken, en Altman wilde het bedrijf financieren met crypto’s. Beide niet aantrekkelijk. Daarbij kwam ook dat er steeds minder tijd was voor onderzoek naar nieuwe methoden. Het ging alleen nog maar over het schalen van bestaande modellen.’

Daarna kwam u bij Google terecht. Toch besloot u dit jaar iets anders te gaan doen.

‘Ik hield mij daar vooral bezig met modellen voor het genereren van afbeeldingen en video, vooral de fundamentele algoritmen en wiskunde achter deze methoden. Die technieken kunnen machines helpen de fysieke wereld beter te begrijpen, wat uiteindelijk kan worden gebruikt door robots. Dat was mijn motivatie, maar gaandeweg bleek dat de belangrijkste toepassing vooral het genereren van realistische afbeeldingen en video’s was voor menselijke consumptie. Dat is, denk ik, maatschappelijk ongewenst. Daarom besloot ik van dit onderzoek af te stappen.’

Waarom is dat ongewenst? Vanwege het gevaar van nepbeelden die niet van echt zijn te onderscheiden?

‘Ook, maar vooral het feit dat het gaat leiden tot nóg meer entertainment. Op termijn kan iedereen met AI complete speelfilms maken. Je krijgt dus nog veel meer, en mogelijk ook verslavender entertainment, omdat het mogelijk wordt video’s te maken die op persoonlijke maat zijn toegesneden. Het gevolg is dat mensen nog meer onthecht raken van de fysieke wereld en nog verder achter hun schermpjes kruipen. Dat is niet de toekomst die ik voor mijn kinderen wil.’

De lijntjes in Silicon Valley zijn kort en het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Kingma gelooft nog steeds in zijn oude idealen en wil met AI de wereld beter maken. Na zijn besluit bij Google te vertrekken kan hij op verschillende plekken aan de slag.

Hij kiest uiteindelijk voor het Amerikaanse Anthropic, dat in in 2021 werd opgericht door voormalige medewerkers van OpenAI, omdat ze zich zorgen maakten over het gebrek aan aandacht binnen dit bedrijf voor een veilig en verantwoord gebruik van AI. Hoogste baas daar is OpenAI’s voormalige onderzoeksbaas Dario Amodei, een oude bekende van Kingma.

Net als OpenAI of Google maakt Anthropic geavanceerde chatbots. Die van Anthropic heet Claude en geldt als een interessant en volgens sommigen beter alternatief voor bijvoorbeeld ChatGPT. Zo zou Claude minder last hebben van ‘hallucineren’, het verzinnen van onjuiste feiten.

De aandacht voor veiligheid (het bedrijf is bijvoorbeeld voorzichtiger met het uitbrengen van nieuwe modellen) is geen obligaat afvinkpuntje. Sterker nog, veel van Kingma’s nieuwe collega’s zijn nogal zwaar op de hand.

Dat is althans het beeld dat The New York Times vorig jaar schetste van de mensen die bij de uitdager van OpenAI werken: ‘Ze zijn bang – op een diep, existentieel niveau – alleen al voor het idee van wat ze aan het doen zijn: het bouwen van krachtige AI-modellen en die vrijgeven aan mensen, die ze zouden kunnen gebruiken om vreselijke en destructieve dingen te doen.’

Dat klinkt best alarmerend. Komen we zo langzamerhand inderdaad op het punt dat AI zo krachtig wordt dat we er geen controle meer over hebben?

‘Het is enorm lastig te voorspellen hoe deze technologie zich verder ontwikkelt. De meningen over de gevaren zijn dus nogal verdeeld. Persoonlijk ben ik niet heel bang voor het verlies van controle. Uiteindelijk is AI software, dus we kunnen het kneden hoe we het willen.’

Wat is dan het probleem? Anthropic bracht pas na OpenAI een chatbot op de markt. Dat was niet voor niets toch?

‘Nou, veiligheid binnen AI gebeurt niet vanzelf, je moet als ontwikkelaar constant je best doen en je niet laten leiden door haast. Als je te snel producten op de markt brengt, zijn er wel degelijk risico’s van controleverlies. Anthropic is een stuk voorzichtiger dan OpenAI. Ze doen ook veel onderzoek naar de implicaties en veiligheid. Ook naar het openen van wat de black box wordt genoemd: waarom gedraagt een model zich zoals het zich gedraagt? Waarom geeft het een bepaald antwoord?’

OpenAI was in november 2022 de concurrentie te snel af, met de introductie van ChatGPT. Anthropic en Google hadden ook chatbots klaarliggen, maar durfden het niet aan. Was OpenAI onverantwoord?

‘De wereld is niet vergaan, dus achteraf kun je zeggen dat het niet onverantwoord was. Met de kennis van nu kan je ook zeggen dat de lancering van ChatGPT goed is geweest. Het heeft de wereld duidelijk gemaakt hoe ver deze technologie is en wat je ermee kunt doen. Tot dat moment was het iets voor insiders, niet voor het grote publiek. Daarna kwam ineens de discussie over AI op gang.’

Desinformatie, verlies aan banen, energieverbruik; we horen veel over de nadelen van AI. Toch bent u uiteindelijk positief?

‘Ja, ik denk dat de voordelen op de lange termijn groter zijn dan de nadelen. Ik denk dat AI kan leiden tot een enorme productiviteitsverhoging in de economie en een versnelling van de wetenschap. Een verbetering in de gezondheidszorg en de medicijnontwikkeling, en dus onze kwaliteit van leven, is daarvan een indirect gevolg.’

Bent u niet bang dat ook bij Anthropic op een gegeven moment tempo boven zorgvuldigheid gaat?

‘Uiteindelijk gaat het om vertrouwen. En ik heb alle vertrouwen in de aanpak van Anthropic. Ze werken ook met een juridische structuur die het mogelijk maakt om in het belang van een missie te werken in plaats van alleen de aandeelhouders. Die missie is om AI te maken die goed is voor de mensheid.’

 

 

  1. Wat betekent dit voor de toekomst?

    10. Wat betekent AI voor de filosofie

Ik ging als eerste te rade bij ChatGPT

ChatGPT zei:

AI (Artificial Intelligence) heeft een diepe impact op de filosofie, omdat het fundamentele vragen oproept over menselijkheid, bewustzijn, ethiek, kennis en de toekomst van onze samenleving. Hieronder een overzicht van hoe AI verschillende filosofische domeinen raakt:

1. Metafysica: Wat is bewustzijn?

  • Vraagstukken over bewustzijn:
    • Kan een machine bewustzijn hebben, of blijft dit een uniek menselijke eigenschap?
    • Wat onderscheidt een “slimme” machine van een wezen met subjectieve ervaringen?
    • AI-systemen zoals chatbots en neurale netwerken simuleren intelligent gedrag, maar betekent dit dat ze denken?
  • Dualisme versus materialisme: AI roept oude metafysische debatten op, zoals of de geest puur materieel is of dat er iets immaterieels (bijvoorbeeld een ziel) bestaat dat bewustzijn mogelijk maakt.

2. Epistemologie: Hoe kennen we de wereld?

  • AI als kennisinstrument:
    • AI-systemen verwerken enorme hoeveelheden data en helpen ons nieuwe patronen en inzichten te ontdekken. Wat betekent dit voor hoe wij kennis verwerven?
    • Kunnen we de “kennis” van AI vertrouwen, gezien de vaak ondoorzichtige werking van algoritmes?
  • Verlies van menselijke kennis:
    • Wat gebeurt er met onze kennis als AI taken overneemt en we zelf minder begrijpen hoe systemen werken? Het probleem van “technologische vervreemding” speelt hier een rol.

3. Ethiek: Hoe moeten we handelen?

  • Mensen versus machines in besluitvorming:
    • Is het ethisch verantwoord om AI kritieke beslissingen te laten nemen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg of rechtspraak?
    • Hoe voorkomen we bias in AI-systemen, en wie is verantwoordelijk voor fouten?
  • Morele status van AI:
    • Als AI ooit bewustzijn ontwikkelt, moeten we dan overwegen of machines rechten hebben?
    • Kunnen we AI als moreel verantwoordelijk beschouwen voor hun acties?

4. Filosofie van de geest: Denken machines echt?

  • Turing-test en beyond:
    • Alan Turing stelde dat als een machine menselijk gedrag kan simuleren, dit een vorm van intelligentie is. Maar simulatie is niet hetzelfde als begrip.
    • De “Chinese Kamer”-gedachte-experiment van John Searle benadrukt dat AI mogelijk informatie verwerkt zonder werkelijk iets te begrijpen.
  • Machine learning en creativiteit:
    • Kunnen AI-systemen originele gedachten of creatieve ideeën hebben, of is het altijd een resultaat van dataverwerking?

5. Politieke filosofie: AI en macht

  • Controle en surveillance:
    • AI wordt gebruikt voor massale gegevensverzameling en surveillance. Hoe beschermen we vrijheid en privacy in een wereld waar AI steeds meer controle krijgt?
    • Wie bezit de macht over AI-technologieën, en hoe waarborgen we dat deze eerlijk worden gebruikt?
  • Sociale ongelijkheid:
    • De ontwikkeling van AI kan bestaande ongelijkheden vergroten. Hoe verdelen we de voordelen en lasten van AI rechtvaardig?

6. Existentiële vragen: Wat betekent het om mens te zijn?

  • Mens versus machine:
    • Als AI steeds slimmer wordt en menselijke taken overneemt, wat maakt mensen dan uniek?
    • Wat gebeurt er met ons zelfbeeld als machines betere schrijvers, denkers of probleemoplossers worden?
  • Toekomst van de mensheid:
    • Filosofen zoals Nick Bostrom bespreken de mogelijkheid van superintelligentie: AI die de mens overstijgt. Wat betekent dit voor de toekomst van de mensheid en onze plaats in het universum?

Conclusie: AI als filosofische uitdaging

AI dwingt ons om na te denken over wat het betekent om mens te zijn, hoe we kennis opbouwen, en hoe we moreel en sociaal handelen in een steeds complexere wereld. Filosofie speelt een cruciale rol in het bieden van antwoorden op deze vragen en helpt ons de technologische ontwikkelingen van AI op een verantwoorde en betekenisvolle manier te integreren in onze samenleving.

Aldus ChatGPT.

Louis Raaijmakers
21.12.24 en verder